Mijn leerwens: ik zou willen proberen om een actueel onderwerp eens heel breed te bekijken en nagaan op welke manieren dit in de klas aan bod zou kunnen komen.
Persoonlijke leervragen die hierdoor naar boven komen, kan ik dan ook opzoeken.
Acties: ik ben vertrokken van het leerplan, om zo door zoveel mogelijk brillen te kijken.
mens en levensonderhoud
- beroepen die belemmerd worden door de sneeuw (metsers, wegenwerkers, tuinaanleg, ...)
- beroepen die baat hebben door de sneeuw (sneeuwruimers, skimonitoren, ...)
Je zou hier de beroepen van de ouders van de kinderen kunnen overlopen en kijken of deze beroepen beïnvloed worden door de sneeuw. Misschien kan één van de ouders hierover komen vertellen in de klas.
- sneeuw en vrije tijd: welke sporten kunnen we doen in de sneeuw?
Hier kunnen de hobby's van de kinderen overlopen worden en kijken of dezen beïnvloed worden door de sneeuw.
mens en het muzische
- ijssculpturen bekijken (eventueel een bezoekje brengen aan het ijssculpturen festival in Brugge)
mens en samenleving
- daklozen in de sneeuw; hoe overleven zij de winter (er is deze week een reportage over op tv geweest bij panorama)
Als aanknoping naar het overleven van daklozen in de winter, past het sprookje van het meisje met de zwavelstokjes.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20061221_zwavelstok01
mens en techniek
- is sneeuw stevig genoeg om een huis mee te bouwen? (afbeeldingen en informatie opzoeken op de computer over een ijshotel in Lapland)
- hoe worden iglo's gemaakt? (in groepjes laten uitwerken: info laten opzoeken, plan laten maken, rolverdeling, uiteindelijk ook uitvoeren)
- sneeuwman maken
mens en natuur
- landen waar het nooit sneeuwt; landen waar er altijd sneeuw is;
- hoe leven mensen die altijd sneeuw hebben?
(http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20081014_noordpool01)
- hoe ontstaat sneeuw eigenlijk?
(http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050503_animatiesneeuw01)
- experimenteren met sneeuw en zout
- natuurbeleving: wat vinden we leuk aan sneeuw, wat vinden we niet leuk aan sneeuw
mens en ruimte
- welke invloed heeft de sneeuw op het verkeer (auto's, treinen, bussen, fiets,...)
Nog een leuke vraag: waarom is sneeuw wit? Daarover vond ik het volgende:
Dat zit zo; sneeuw is bevroren water. Als je een sneeuwvlok goed bekijkt, zie je een soort witte wolk. Dat komt omdat een sneeuwvlok bestaat uit hele kleine flinterdunne naaldjes ijs. Omdat die naaldjes zo klein zijn weegt een sneeuwvlok ook bijna niets.
De sneeuwvlok zelf heeft dus geen kleur. Je ziet hem als wit omdat het ijs het zonlicht weerkaatst. Een normaal ijsklontje is doorschijnend omdat er niet zo veel kanten zijn die het licht weerkaatsen. Als je een ijsklontje in kleine stukjes slaat zijn ze dus weer wel wit. Probeer het maar eens!
uitleg over het maken van een iglo
Eskimo’s heten eigenlijk Inuit. Eskimo’s bouwen iglo’s als tijdelijk huis in het jachtseizoen. Iglo betekent sneeuwhut in de Inuit taal. Een iglo maak je zo klein mogelijk. Voor 2 a 3 personen is de omtrek ongeveer 3 meter.
Om een iglo te bouwen heb je oude sneeuw nodig. Oude sneeuw is hard geworden door kou en wind. De sneeuw moet zo hard zijn dat je erop kunt staan zonder dat de sneeuw inzakt. Met een handzaag zaag je grote blokken uit de sneeuw. Met die sneeuwblokken maak je een ring. Daarna stapel je er steeds meer blokken op. De blokken moet steeds verder naar binnen hellen. Dus hoe hoger de iglo des te meer de muur naar binnen helt. De sneeuwblokken kunnen wel 20 kilo per stuk wegen. Maar doordat de blokken naar binnen hellen kan de iglo niet omvallen. Alle sneeuwblokken steunen op elkaar. De iglo is echt klaar als alle gaten zijn dichtgesmeerd met sneeuw.
(om Blokken harde sneeuw te maken kunnen we die in een bak doen en stevig aanduwen en deze dan omdraaien.)
Een leuk proefje om aan te tonen dat sneeuw bestaat uit lucht en water heb ik hier gevonden:
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20050503_sneeuw01
Leerplandoelen die met deze lesideeën aan bod zouden kunnen komen zijn:
- 1.4: kinderen zijn er zich van bewust dat arbeidsomstandigheden kunnen verschillen.
- 1.5: kinderen zien in dat mensen allerlei beroepen uitoefenen en tonen respect voor elk beroep.
- 3.1: kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzische expressie in hun omgeving.
- 5.4: kinderen beseffen dat ze in een multiculturele samenleving leven.
- 6.13: kinderen kunnen een constructieactiviteit correct uitvoeren.
- 7.7: kinderen zien in dat mensen aangepast zijn aan een leefwijze in een bepaald milieu.
- 7.21: kinderen kunnen natuurkundige verschijnselen onderzoeken en hun zelf geformuleerde voorspellingen toetsen.
- 7.25: kinderen zien in dat het weer de leefgewoonten van mensen beïnvloed.
- 9.15: kinderen zien in dat menselijk verkeer altijd risico's inhoudt.
- 9.22: kinderen beseffen dat vervoermiddelen functioneel kunnen gebruikt worden.
zondag 5 december 2010
zondag 24 oktober 2010
de wereld in het bos
Ik ga regelmatig wandelen in het bos met mijn gezin, maar ik stond eigenlijk nooit stil bij wat er allemaal te zien is in het bos. We genoten gewoon van de frisse lucht en het vertoeven in de natuur in ’t algemeen. Ook de kinderen hielden er eigenlijk gewoon van om rond te kunnen lopen.
Maar sinds kort heeft Lukas (mijn zoontje van 4j) niet meer genoeg met enkel rondlopen in het bos. Hij begon allerlei vragen te stellen en wilde van elke vrucht en elke boom, van elke paddestoel die we tegenkwamen weten hoe dat het heet. Ik vond het erg dat ik hem geen correct antwoord kon geven. Het was dus hoog tijd dat ik mijn basiskennis ging bijschaven.
Eerst wist ik niet goed waar ik moest beginnen, want de wereld in het bos is zò uitgebreid. Maar toen de powerpoints van WO op artes verschenen, vond ik wat ik zocht.
Na het bestuderen van deze materie kon ik ook niet wachten om opnieuw het bos in te trekken en te kijken of ik deze theoretische kennis ook kon toepassen in de praktijk.
De keren dat we nu gaan wandelen voel ik me inhoudelijk veel sterker en het geeft me een zalig gevoel te kunnen antwoorden op de vragen van mijn zoontjes. Zo kwamen we bijvoorbeeld hele mooie vliegenzwammen en eekhoorntjesbrood tegen, maar ook de zomer eik, de amerikaanse eik, een canadese populier, een beuk, een kastenjeboom, een den, een lorik. We hebben ook allerlei vruchten geraapt zoals eikels, beukennootjes, kastanjes. Het is leuk om dit allemaal te kunnen herkennen zonder bij elke vraag een boekje te moeten bovenhalen en het op te zoeken.
We gaan nu op een heel andere manier naar het bos en de jongens zijn onder de indruk van wat ik hun allemaal kan vertellen. Ook de sessie van de bosexploratie heeft me leuke ideetjes gegeven voor als je met kinderen naar het bos gaat. Vooral het gebruik van de bosregels en de kamers, daar kunnen de kinderen zich direct beter in inleven op die manier. Ik voel dus dat ik nu veel sterker in mijn schoenen sta als we het bos in trekken en dat was mijn bedoeling ook.
Maar sinds kort heeft Lukas (mijn zoontje van 4j) niet meer genoeg met enkel rondlopen in het bos. Hij begon allerlei vragen te stellen en wilde van elke vrucht en elke boom, van elke paddestoel die we tegenkwamen weten hoe dat het heet. Ik vond het erg dat ik hem geen correct antwoord kon geven. Het was dus hoog tijd dat ik mijn basiskennis ging bijschaven.
Eerst wist ik niet goed waar ik moest beginnen, want de wereld in het bos is zò uitgebreid. Maar toen de powerpoints van WO op artes verschenen, vond ik wat ik zocht.
Na het bestuderen van deze materie kon ik ook niet wachten om opnieuw het bos in te trekken en te kijken of ik deze theoretische kennis ook kon toepassen in de praktijk.
De keren dat we nu gaan wandelen voel ik me inhoudelijk veel sterker en het geeft me een zalig gevoel te kunnen antwoorden op de vragen van mijn zoontjes. Zo kwamen we bijvoorbeeld hele mooie vliegenzwammen en eekhoorntjesbrood tegen, maar ook de zomer eik, de amerikaanse eik, een canadese populier, een beuk, een kastenjeboom, een den, een lorik. We hebben ook allerlei vruchten geraapt zoals eikels, beukennootjes, kastanjes. Het is leuk om dit allemaal te kunnen herkennen zonder bij elke vraag een boekje te moeten bovenhalen en het op te zoeken.
We gaan nu op een heel andere manier naar het bos en de jongens zijn onder de indruk van wat ik hun allemaal kan vertellen. Ook de sessie van de bosexploratie heeft me leuke ideetjes gegeven voor als je met kinderen naar het bos gaat. Vooral het gebruik van de bosregels en de kamers, daar kunnen de kinderen zich direct beter in inleven op die manier. Ik voel dus dat ik nu veel sterker in mijn schoenen sta als we het bos in trekken en dat was mijn bedoeling ook.
woensdag 2 juni 2010
maandag 31 mei 2010
verdiepen in kunst
Ik ben zelf niet zo heel erg bezig met 'kunst' en heb daarom ook niet zo'n brede kijk op kunst in het algemeen, en nog minder op kunst bij kinderen uit de lagere school.
Ik mis hier de nodige achtergrond van wat je bij deze kinderen kan verwachten en realiseren.
Een actiepunt voor mezelf is dus om me te verdiepen in de kunst bij lagereschoolkinderen.
Ik ben daarom ook naar het NIKO (Noord-Limburgse kunstacademie) geweest om te vragen of ik een tekenles zou mogen bijwonen. Dit was geen enkel probleem en dat heb ik dus gedaan op zaterdag 22/05.
De leerkracht heeft me getoond hoe ze het hele schooljaar rond een thema hebben gewerkt. In elke groep zitten er leerlingen van het eerste tot en met het zesde leerjaar bij elkaar. Ik vroeg me af of er dan op verschillende manieren gewerkt wordt, omdat een kind van zes toch nog niet even ver ontwikkeld is als een kind van 11. Maar hier wordt blijkbaar geen verschil in gemaakt. Deze kinderen leren alles op hetzelfde moment en nieuwe technieken moet iedereen leren, of je nu 11 jaar of 6 jaar bent.
Wat me verder nog opviel is hoe ze de kinderen hier hun eigen creativiteit laten ontdekken. Er werd dit jaar gewerkt rond het thema van de 'zandfee'. Ik vroeg dan aan de leerkracht of de leerlingen de personages uit het thema in het begin van het jaar te zien hadden gekregen, maar dat is zeker niet het geval. Elke leerling kan de personages zelf een uitstraling geven en zo zijn eigen creatief idee uitwerken. Dat vond ik echt wel boeiend, want ik heb de resultaten van het hele jaar kunnen bewonderen en was echt onder de indruk. Het is knap om te zien hoe elk kind op een kunstzinnige manier zijn verbeelding laat werken en uitstraling geeft aan een personage.
Het is dus heel belangrijk, ook in de lessen WO, om de kinderen niet altijd een opgegeven voorbeeld te geven, maar om hun eigen creativiteit te laten ontdekken en hun fantasie en verbeelding te laten werken.
Ik mis hier de nodige achtergrond van wat je bij deze kinderen kan verwachten en realiseren.
Een actiepunt voor mezelf is dus om me te verdiepen in de kunst bij lagereschoolkinderen.
Ik ben daarom ook naar het NIKO (Noord-Limburgse kunstacademie) geweest om te vragen of ik een tekenles zou mogen bijwonen. Dit was geen enkel probleem en dat heb ik dus gedaan op zaterdag 22/05.
De leerkracht heeft me getoond hoe ze het hele schooljaar rond een thema hebben gewerkt. In elke groep zitten er leerlingen van het eerste tot en met het zesde leerjaar bij elkaar. Ik vroeg me af of er dan op verschillende manieren gewerkt wordt, omdat een kind van zes toch nog niet even ver ontwikkeld is als een kind van 11. Maar hier wordt blijkbaar geen verschil in gemaakt. Deze kinderen leren alles op hetzelfde moment en nieuwe technieken moet iedereen leren, of je nu 11 jaar of 6 jaar bent.
Wat me verder nog opviel is hoe ze de kinderen hier hun eigen creativiteit laten ontdekken. Er werd dit jaar gewerkt rond het thema van de 'zandfee'. Ik vroeg dan aan de leerkracht of de leerlingen de personages uit het thema in het begin van het jaar te zien hadden gekregen, maar dat is zeker niet het geval. Elke leerling kan de personages zelf een uitstraling geven en zo zijn eigen creatief idee uitwerken. Dat vond ik echt wel boeiend, want ik heb de resultaten van het hele jaar kunnen bewonderen en was echt onder de indruk. Het is knap om te zien hoe elk kind op een kunstzinnige manier zijn verbeelding laat werken en uitstraling geeft aan een personage.
Het is dus heel belangrijk, ook in de lessen WO, om de kinderen niet altijd een opgegeven voorbeeld te geven, maar om hun eigen creativiteit te laten ontdekken en hun fantasie en verbeelding te laten werken.
zondag 16 mei 2010
De natuur kleedt mij!
Mijn WO-thema voor tijdens mijn stageweek was 'de natuur kleedt mij'.
Ik wist al vrij vlug welke kant ik hiermee uit wou gaan, maar om er voor de klas ook echt te staan als inhoudelijk expert, had ik toch nog heel wat opzoekingswerk nodig.
Mijn actiepunt was dan ook het volgende: informatie rond natuurlijke stoffen waar onze kleren van gemaakt worden.
Ik wilde werken rond de natuurlijke stoffen waar onze kleren van gemaakt zijn. Om de kinderen een bredere kijk te kunnen geven op de kleren die ze dagelijks aan hebben. nu staan ze er niet bij stil waar die van gemaakt worden. Ik heb dus vanalles opgezocht over wol, katoen, linnen, zijde en leer. Vooral van wat het gemaakt wordt en hoe bepaalde stoffen tot stand komen, heb ik nu kunnen overbrengen aan de kinderen. Ik heb ook veel stoffen, afbeeldingen, filmpjes en ander materiaal meegenomen naar de klas, zodat de kinderen zelf vanalles konden ontdekken en opzoeken. Dankzij mijn voorbereidend opzoekingswerk, wist ik bijvoorbeeld dat linnen gemaakt wordt van de vlasplant en dat deze veel voorkomt in onze streken. Ik weet nu ook precies hoe het proces van schaap tot wol eruit ziet en dat katoen ook gebruikt wordt voor het maken van schildersdoeken. Ik voelde me zelfzeker voor de klas staan, omdat ik op voorhand de nodige informatie had opgezocht.
Ik wist al vrij vlug welke kant ik hiermee uit wou gaan, maar om er voor de klas ook echt te staan als inhoudelijk expert, had ik toch nog heel wat opzoekingswerk nodig.
Mijn actiepunt was dan ook het volgende: informatie rond natuurlijke stoffen waar onze kleren van gemaakt worden.
Ik wilde werken rond de natuurlijke stoffen waar onze kleren van gemaakt zijn. Om de kinderen een bredere kijk te kunnen geven op de kleren die ze dagelijks aan hebben. nu staan ze er niet bij stil waar die van gemaakt worden. Ik heb dus vanalles opgezocht over wol, katoen, linnen, zijde en leer. Vooral van wat het gemaakt wordt en hoe bepaalde stoffen tot stand komen, heb ik nu kunnen overbrengen aan de kinderen. Ik heb ook veel stoffen, afbeeldingen, filmpjes en ander materiaal meegenomen naar de klas, zodat de kinderen zelf vanalles konden ontdekken en opzoeken. Dankzij mijn voorbereidend opzoekingswerk, wist ik bijvoorbeeld dat linnen gemaakt wordt van de vlasplant en dat deze veel voorkomt in onze streken. Ik weet nu ook precies hoe het proces van schaap tot wol eruit ziet en dat katoen ook gebruikt wordt voor het maken van schildersdoeken. Ik voelde me zelfzeker voor de klas staan, omdat ik op voorhand de nodige informatie had opgezocht.
woensdag 21 april 2010
Opstart van een nieuw thema
Omdat ik mijn werkplekleren op woensdag voormiddag doe, heb ik nog niet de kans gekregen om veel wo-lessen mee te maken. Tijdens mijn ingroeistage in maart, zijn de wo-lessen ook wegvevallen door een bezoek aan het mijnmuseum en de branweer en door de sponsorloop die juist die week plaats vond.
Ik voelde bij mezelf daarom nog echt een groot gemis wat betreft de wo-lessen. Want het is niet hetzelfde als je leest hoe het in de theorie wordt uitgelegd en het effectief zien gebeuren. En met het oog op de stageweek in mei, vond ik het voor mezelf toch heel belangrijk om hierin iets te ondernemen. Vooral ook naar de aanbreng van een nieuw wo-thema of onderwerp.
Mijn actiepunt is daarom het volgende: meer te weten komen over de opbouw van een wo-les en het aanbrengen van een nieuw thema of onderwerp in de praktijk.
Ik heb daarom aan mijn mentor gevraagd of ik na de paasvakantie op maandag namiddag eens kon komen meevolgen om te kijken hoe het nieuwe thema werd aangebracht.
Afgelopen maandag heb ik dit dus kunnen ervaren. Het was een aangename en leerrijke namiddag.
De leerlingen werden in groepjes verdeeld en mochten een brainmap maken over de titel van het thema, nl. ‘wegen en bewegen’. Zij moesten dus alles opschrijven waaraan ze dachten bij deze titel. Daarna werd dit bij elkaar gebracht op het bord in een web-vorm. Het is me hier duidelijk geworden dat de kinderen het nodig hebben om hun gedachten te verruimen en hun creativiteit wat te stimuleren. Veel kinderen hadden het hier moeilijk mee. Ze zijn het te vaak gewoon dat alles voorgekauwd wordt en dat zij maar moeten invullen. Voor velen was het moeilijk te begrijpen dat er geen foute antwoorden konden zijn. Daarom is het denk ik heel belangrijk om hier tijdens de wo-lessen zeker op te letten.
Na de speeltijd ging het verder met een grote afbeelding over alles in en rond het station. De leerlingen gaan immers deze week een bezoekje brengen aan het station en zullen alles dus in het echt kunnen bewonderen. Elke leerling kreeg een A3 afbeelding en deze werd klassikaal besproken. De leerlingen mochten benoemen wat ze allemaal op deze afbeelding konden zien. In de loop van het thema mogen ze die afbeelding ook inkleuren, het vormt de kaft van het thema-bundeltje. Verder kregen ze nog een opdrachtenblad met een afbeelding van het station en de belangrijke dingen errond. De leerlingen moesten een aantal begrippen zoals perron, wagon, locomotief, passagiers, wissel, overweg, ed. juist kunnen plaatsen op de tekening.
Wat me hierbij is bijgebleven, is dat dit werkblad niet werd gecontroleerd in de klas. De juf kijkt deze blaadjes thuis na om zo een beter beeld te krijgen op de beginsituatie van de leerlingen. Ze kan op deze manier duidelijk zien of er nog leerlingen zijn die ergens extra in gestimuleerd moeten worden, of waar ze haar accenten het beste op legt.
Ik moet zeggen dat deze namiddag voorbij gevlogen is. Heel anders dan de voormiddag waar het voornamelijk taal en rekenen is, verloopt de namiddag veel meer in groepsverband en wordt er meer gewerkt van wat de leerlingen aangeven. Ik heb vele dingen gezien en opgemerkt die in de theorie ook aan bod gekomen zijn, maar het geeft een veel duidelijker geheel nu ik het in de praktijk zelf heb kunnen ervaren. En dat is toch waar het om draait bij WO ;)
Ik voelde bij mezelf daarom nog echt een groot gemis wat betreft de wo-lessen. Want het is niet hetzelfde als je leest hoe het in de theorie wordt uitgelegd en het effectief zien gebeuren. En met het oog op de stageweek in mei, vond ik het voor mezelf toch heel belangrijk om hierin iets te ondernemen. Vooral ook naar de aanbreng van een nieuw wo-thema of onderwerp.
Mijn actiepunt is daarom het volgende: meer te weten komen over de opbouw van een wo-les en het aanbrengen van een nieuw thema of onderwerp in de praktijk.
Ik heb daarom aan mijn mentor gevraagd of ik na de paasvakantie op maandag namiddag eens kon komen meevolgen om te kijken hoe het nieuwe thema werd aangebracht.
Afgelopen maandag heb ik dit dus kunnen ervaren. Het was een aangename en leerrijke namiddag.
De leerlingen werden in groepjes verdeeld en mochten een brainmap maken over de titel van het thema, nl. ‘wegen en bewegen’. Zij moesten dus alles opschrijven waaraan ze dachten bij deze titel. Daarna werd dit bij elkaar gebracht op het bord in een web-vorm. Het is me hier duidelijk geworden dat de kinderen het nodig hebben om hun gedachten te verruimen en hun creativiteit wat te stimuleren. Veel kinderen hadden het hier moeilijk mee. Ze zijn het te vaak gewoon dat alles voorgekauwd wordt en dat zij maar moeten invullen. Voor velen was het moeilijk te begrijpen dat er geen foute antwoorden konden zijn. Daarom is het denk ik heel belangrijk om hier tijdens de wo-lessen zeker op te letten.
Na de speeltijd ging het verder met een grote afbeelding over alles in en rond het station. De leerlingen gaan immers deze week een bezoekje brengen aan het station en zullen alles dus in het echt kunnen bewonderen. Elke leerling kreeg een A3 afbeelding en deze werd klassikaal besproken. De leerlingen mochten benoemen wat ze allemaal op deze afbeelding konden zien. In de loop van het thema mogen ze die afbeelding ook inkleuren, het vormt de kaft van het thema-bundeltje. Verder kregen ze nog een opdrachtenblad met een afbeelding van het station en de belangrijke dingen errond. De leerlingen moesten een aantal begrippen zoals perron, wagon, locomotief, passagiers, wissel, overweg, ed. juist kunnen plaatsen op de tekening.
Wat me hierbij is bijgebleven, is dat dit werkblad niet werd gecontroleerd in de klas. De juf kijkt deze blaadjes thuis na om zo een beter beeld te krijgen op de beginsituatie van de leerlingen. Ze kan op deze manier duidelijk zien of er nog leerlingen zijn die ergens extra in gestimuleerd moeten worden, of waar ze haar accenten het beste op legt.
Ik moet zeggen dat deze namiddag voorbij gevlogen is. Heel anders dan de voormiddag waar het voornamelijk taal en rekenen is, verloopt de namiddag veel meer in groepsverband en wordt er meer gewerkt van wat de leerlingen aangeven. Ik heb vele dingen gezien en opgemerkt die in de theorie ook aan bod gekomen zijn, maar het geeft een veel duidelijker geheel nu ik het in de praktijk zelf heb kunnen ervaren. En dat is toch waar het om draait bij WO ;)
woensdag 7 april 2010
mijn blog met wat vertraging
Hier is dan mijn vernieuwde blog van W.O.
Het is wat later als voorzien, maar het is niet eenvoudig om altijd een vlotte combinatie te maken van werken, mijn gezin met twee kleine kindjes, studeren, sessies volgen, en opdrachten maken. Maar ik doe mijn best...
Dus start ik hier vol goede moed aan mijn blog van W.O.
Ik heb het leerplan volledig doorgenomen en heb hieruit de leerplandoelen geselecteerd waarvan ik voor mezelf weet dat ik nog niet voldoende informatie bezit om als inhoudelijk expert voor de klas te kunnen staan. Hier komen dus ook mijn actiepunten uit voort.
Over het algemeen vind ik de leerplandoelen wel heel oppervlakkig en moeilijk om je verder in te verdiepen, net omdat het zo breed is. Met een themaonderwerp is het wel eenvoudiger om je hierin te verdiepen. Dan kan je echt specifieke informatie opzoeken en je deze kennis eigen maken.
Vanaf nu probeer ik regelmatig aan mijn actiepunten te werken en zal er dus hierover af en toe wel iets verschijnen op deze blog.
Het is wat later als voorzien, maar het is niet eenvoudig om altijd een vlotte combinatie te maken van werken, mijn gezin met twee kleine kindjes, studeren, sessies volgen, en opdrachten maken. Maar ik doe mijn best...
Dus start ik hier vol goede moed aan mijn blog van W.O.
Ik heb het leerplan volledig doorgenomen en heb hieruit de leerplandoelen geselecteerd waarvan ik voor mezelf weet dat ik nog niet voldoende informatie bezit om als inhoudelijk expert voor de klas te kunnen staan. Hier komen dus ook mijn actiepunten uit voort.
Over het algemeen vind ik de leerplandoelen wel heel oppervlakkig en moeilijk om je verder in te verdiepen, net omdat het zo breed is. Met een themaonderwerp is het wel eenvoudiger om je hierin te verdiepen. Dan kan je echt specifieke informatie opzoeken en je deze kennis eigen maken.
Vanaf nu probeer ik regelmatig aan mijn actiepunten te werken en zal er dus hierover af en toe wel iets verschijnen op deze blog.
Abonneren op:
Posts (Atom)