dinsdag 15 maart 2011
Ik kijk door een TOS-bril naar mijn activiteit.
Met de leerlingen (5e lj) heb ik net voor de Carnavalvakantie een masker gemaakt. Bij deze activiteit kwam ook heel wat techniek aan bod, daarom zou ik deze activiteit graag even bekijken door een TOS-bril.
Waar komen de kerncomponenten in deze activiteit aan bod?
1. technische systemen
de leerlingen krijgen als opdracht om een masker te maken voor Carnaval en we vertrekken allen van een eierdoosje als basis.
2. processen
Ik had de kinderen de opdracht gegeven om eerst even na te denken welke kant ze uit wilden met hun masker. Ze keken eerst goed rond welke materialen er ter beschikking waren en dachten na over hoe ze dat eierdoosje konden gebruiken om door te kijken. Ik had hun ook een voorbeeld laten zien. Een aantal leerlingen hebben dit basisvoorbeeld na gemaakt en dan naar eigen believen afgewerkt. Maar anderen hebben het basisvoorbeeld ook zelf aangepast.
Bij het uitvoeren of het maken van het masker was het vooral proberen, zoeken en bijsturen in het gebruik van verschillende technische vaardigheden zoals nieten, vouwen, knippen, plakken ed. Maar door zelf aan de slag te gaan, leren de kinderen ook het meeste.
Het resultaat mocht gezien worden.
3. hulpmiddelen
de leerlingen hebben zelf versieringsmateriaal mogen meebrengen en er was ook allerlei materiaal voorzien in de klas zoals, rietejes, watjes, belletjes, ...
Verder waren er nietjesmachines, plakband, lijm, wit papier, gekleurd papier voorhanden.
4. keuzes
Bij het maken van hun masker hebben de kinderen rekening gehouden met de materialen die ter beschikking waren. Zowel voor het technisch aspect zoals 'kan ik dat best plakken of nieten?' of 'als ik dat papier twee keer dubbel vouw dan is het steviger' ed. Maar ook voor de afwerking hebben de kinderen hun eigen keuzes kunnen maken.
Hoe komen de drie dimensies aan bod?
1. begrijpen
Bij deze activiteit heb ik niet op voorhand verschillende technieken besproken met de kinderen. Het is net door het doen en proberen dat ze inzien en begrijpen wanneer je bepaalde technieken best toepast.
2. hanteren
Deze activiteit draaide eigenlijk volledig rond deze dimensie. De kinderen waren de hele tijd aan het 'doen' en 'handelen'.
3. duiden
Met Carnaval voor de deur konden deze maskers natuurlijk goed gebruikt worden. We hebben op het einde van de les ook een leuke foto gemaakt in de klas, zodat de leerlingen ook een doel hadden om naartoe te werken.
Door op deze manier naar deze activiteit te kijken, denk ik wel dat ik kan vaststellen dat de leerlingen zich hier als technisch geletterde mens hebben kunnen ontplooien.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Knap Mieke!
BeantwoordenVerwijderenEn wat is nu jouw leerproces geweest? Jouw leerresultaat?
Welke leerplandoelen heb je bereikt?
Hoe zou je nog meer het technisch geletterde kind kunnen inzetten?
Wat heb je nu anders gedaan binnen de les van techniek?
Zou je het zonder dit schema ook zo gedaan hebben?
De klasfoto toont het verschil tussen de techniekgebruiker en de technicus?
Nog wat acties en je slaagt voor de toegang voor WO.
Spreek je met je groep af om elkaar te evalueren? Want ook dat is een doel van de blog!
Ik vind het leuk dat je techniek durft integreren in een muzische les. Want maskers maken is op zich eenvoudig, maar je maakt het voor ieder kind persoonlijk. Ieder kind tast zijn eigen kunnen af.
BeantwoordenVerwijderenMaar wat ik persoonlijk ook mis is wat je zelf geleerd hebt. Zou je het de volgende keer net hetzelfde doen? Of wat zou je anders doen?
En ik ben eigenlijk benieuwd naar jou.. Ben jij een technicus of techniekgebruiker? Heb je hier ook je eigen grenzen verlegd??
Dag Mieke,
BeantwoordenVerwijderenEerst en vooral leuk dat je het een fijne les vond, dat is natuurlijk mooi meegenomen.
Bij zegt dat je activiteit vooral op vlak van hanteren zat, maar ik vind ook dat begrijpen er ook zeker aan bod zou kunnen komen. Aangezien ze verschillende technieken zullen toepassen, gaan ze ook inzien wat werkt bij bepaalde materialen en wat niet. Ze gaan begrijpen welke mogelijkheden er kunnen zijn of eerder niet. Ze gaan nagaan hoe ze bepaalde elementen kunnen combineren om tot een geslaagd eindproduct te komen.
Was het eigenlijk een vereiste om door het eierdoosje te zien? Want anders zouden er nog een zee van mogelijkheden zijn, indien het enkel gebruikt moet worden. Dan zouden de leerlingen ook nog vanuit andere standpunten kunnen vertrekken. En zijn de variaties nog breder.
Ik mis misschien wel nog je doelenselectie voor de kinderen.
En je eigen leerresultaat, maar dat werd al aangegeven.
Tof!
Mieke